Lijst met kruiden
Hieronder vindt u een lijst van de kruiden die bij ons op het terrein te vinden zijn. Door de letters en de pijl rechtsonder te gebruiken kunt u snel door de gegevens heen navigeren.
Aalbes (Ribus rubrum)
Een winterharde struik uit de Ribesfamilie, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. De aalbes krijgt kleine groenige bloemen. Er zijn rode en witte bessen, geschikt om jam en sap van te maken. Er zit veel vitamine C in. Vogels zijn gek op aalbessen.
Aardpeer (Helianthus tuberosus)
Een vaste plant uit de Composietenfamilie tot wel 120-240 cm hoog, met gele bloemen. De knol is eetbaar; rauw in salades, of gekookt en gebakken zoals aardappel. De smaak is zacht zoet met een vleugje noot en de knol bevat goede voedingsstoffen. De groente veroorzaakt gasvorming door de inuline.
Aarereprijs (Veronica spicata)
Een vaste plant met blauwe bloemen uit de Scorphulariaceafamilie. Er zijn vele soorten ereprijs, met verschillende bloemkleuren. Sommige soorten worden sinds mensenheugenis medicinaal gebruikt.
Absintalsem (Artemisia absinthium)
Alsem is een van de bitterste kruiden, behoort tot de Composietenfamilie. Bekend om absintlikeur, medicinaal en keukengebruik en als verfplant. Dodoens deelde absintalsem in bij ‘kruiden zonder nader verband’ en beschouwde alsem als goed voor maag en gal, verwekt eetlust. Nooit gebruiken bij zwangerschap en voor kinderen.




Anijs (Pimpinella anisum)
Eenjarig kruid uit de Schermbloemfamilie dat zaden levert voor het aromatiseren van gerechten. Anijsolie wordt verwerkt in anijsblokjes en in hoestmiddel. Verder is anijs bekend om het medicinale gebruik als spijsverteringsmiddel.
Asperge (Asparagus officinalis)
De jonge scheuten van deze vaste plant uit de Asparagaceae worden geteeld als groente. In de 17e eeuw kwam de asperge al voor in de Bollenstreek en kende ook een medicinale toepassing tegen bijensteken, bij hartproblemen, duizeligheid en tandpijn.


B
Betonie (Stachys officinalis)
De rood-lila bloemen van deze vaste plant uit de Lipbloemenfamilie trekt veel insecten aan. Betonie of koortskruid is bekend om de medicinale werking. De bloemen en bladeren zijn eetbaar, bijvoorbeeld in salade of thee. Alle delen van de plant leveren gele verf. Dodoens deelde betonie in bij ‘kruiden zonder nader verband’.
Bieslook (Allium schoenoprasum)
Een vaste plant uit de Lookfamilie met blauw-roze-violette schermbloemen, die bijen, hommels en vlinders lokken. De bloemen zijn als garnering in gerechten te gebruiken. Het verse jonge blad en dunne stengels zijn eetbaar; ze hebben een zachte, aromatische uiensmaak. Gedroogd en gekookt verliest bieslook zijn smaak. Bieslook of pijpgras is ook bekend om medicinale toepassing.
Bitterzoet (Solanum dulcamara)
Een halfstruik uit de Nachtschadefamilie met overhangende trossen paarse bloemen. Zoals de meeste nachtschadesoorten is de plant giftig. Bij Dodoens is bitterzoet te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. Gebruik in de fytotherapie. Deze waardplant voor de bruinrotbacterie kan besmetting van het oppervlaktewater veroorzaken.
Blaassilene (Silene vulgaris)
Een groenblijvende vaste plant uit de Anjerfamilie, bekend om gebruik in de keuken en medicinale toepassing. Als je vóór de bloei de bladeren en jonge scheuten plukt, zijn ze rauw eetbaar. Of gekookt in soep. Bij Dodoens te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. De plant zou de melkproductie van koeien bevorderen.




Bloedooievaarsbek (Geranium sanguineum)
Een vaste plant uit de Ooievaarsbekfamilie die veel in siertuinen voorkomt. Dodoens deelde deze plant in bij ‘kruiden zonder nader verband’.
Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare)
Een echte bijenplant uit de Composietenfamilie, maar giftig voor vee. Het blad is te gebruiken in een omelet of pannenkoek. Ook bekend om medicinale toepassing en als verfkruid. Dodoens deelde boerenwormkruid in bij ‘kruiden zonder nader verband’.
Bonenkruid (Satureja hortensis)
Dit kruid uit de Lipbloemenfamilie is aromatisch; de smaak lijkt op tijm en rozemarijn. Eenjarig bonenkruid is iets milder dan bergbonenkruid. Beide soorten lokken bijen en vlinders. Het verse of gedroogde kruid maakt gerechten lichter verteerbaar. Ook bekend om medicinale en cosmetische toepassing.
Bonte mierikswortel (Armoracia rusticana ‘variegata’)
Deze vaste plant uit de Kruisbloemenfamilie heeft helder groene bladeren met witte vlekken en witte bloemen. Het jonge blad is lekker in salades. De wortel is een (scherpe) smaakmaker; geraspt lekker in een saus of in dunne plakjes in witte wijnazijn. Mierikswortel is ook bekend om divers medicinaal gebruik.




Bonte salie (Savia officinalis tricolor)
De dikke gekleurde bladeren van dit kruid uit de Lipbloemenfamilie zijn sterk aromatisch met een sterke smaak. Een welriekende halfheester, bekend uit de mediterrane keuken en om medicinale toepassing. Bij hogere concentraties is salie giftig bij inname. De lichtpaars-blauwe bloemen trekken bijen en vlinders aan.
Borstelkrans (Clinopodium vulgare of Satureja vulgaris)
De bloemen van deze vaste plant uit de Lipbloemenfamilie produceren veel nectar voor bijen, vlinders en andere insecten. Volgens de indeling van Dodoens behorende bij ‘geurende planten’. De plant ruikt iets naar tijm.
Brave hendrik (Chenopodium bonus-henricus)
Deze vaste plant uit de Amarantenfamilie zaait zich uit via de bloemstengels. Bij Dodoens ingedeeld bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Het is een zeer oude groente; jonge scheuten zijn als een soort asperge te eten en de jonge bladeren als spinazie. De wortels zijn bruikbaar tegen hoest bij schapen. Het is een zeer zeldzame plant.
Bronzen venkel (Foeniculum vulgare bronze of purpureum)
Een vaste plant uit de Schermbloemenfamilie, ook bekend als Rode venkel. De draadvorminge vertakkingen van de rood-bruine bladeren zijn als kruid te gebruiken en de naar anijs smakende zaden als specerij. De zaden zijn al eeuwenlang bekend als geneeskrachtig in de vorm van venkelolie of -thee. Maar af te raden voor kinderen en vrouwen die borstvoeding geven.




C
Chocolademunt (Mentha piperita chocolate)
Een meerjarige plant uit de Lipbloemenfamilie met een sterke geur en lichtpaarse bloemen. Gebruik in sauzen, chocoladedesserts, taarten, vruchtenbowls, kruidenthee en salades. Ook bekend om medicinaal en cosmetisch gebruik.
Citroenkruid (Artemisia abrotanum)
Dit kruid met grijsgroen blad uit de Composietenfamilie heeft een heerlijk aroma. Het smaakt lekker in verschillende gerechten. Ook in kruidenazijn of als kruidenthee. De plant levert gele verfstof.
Citroenmelisse (Melissa officinalis)
Een vaste plant uit de Lipbloemenfamilie met lichtgele bloemen in trosjes. Het is een drachtplant voor bijen. Het blad smaakt citroenachtig en is bruikbaar in verschillende gerechten en in thee. Melissethee is opwekkend en kalmerend. Het kruid is ook bekend om uitwendige medicinale toepassing en cosmetisch gebruik.
Citroenverbena (Aloysia triphylla of citriodora)
Een halfheester uit de IJzerhardfamilie met een sterke citroengeur. De blaadjes en topjes, vers of gedroogd, zijn lekker in thee en sappen of bij de bereiding van kip en visgerechten. Medicinaal is citroenverbena of verveine bekend als bloedzuiverend en rustgevend.




Colakruid (Artimisia abrotanum cola)
Dit kruid met grijsgroen blad uit de Composietenfamilie heeft een heerlijk aroma. Het smaakt lekker in verschillende gerechten. Ook in kruidenazijn of als kruidenthee. De plant levert gele verfstof. In badwater verbeteren een paar takjes je huid.
Cypressenkruid (Santolina chamaecyparissus)
Van deze heester uit de Composietenfamilie zijn de takjes bruikbaar voor medicinale toepassing. Cypressenkruid of heiligenbloem is een decoratieve en geurige tuinplant, door Dodoens ingedeeld bij ‘kruiden zonder nader verband’.


D
Damastbloem (Hesperis matronalis)
Deze plant uit de Kruisbloemenfamilie dient als waardplant voor rupsen van dagvlinders en motten. Volgens de indeling van Dodoens behorende bij ‘geurende planten’. De witte, paarse of lila bloemen zijn welriekend.
Daslook (Allium ursinum)
Een plant met bolvorm uit de Lookfamilie. Daslook of berelook is een goede vervanger voor knoflook of lente-uitjes; het heeft een mildere smaak dan knoflook. De sterksmakende bladen kun je rauw fijngehakt gebruiken in salades en soepen. De bloemen zijn eetbaar en mooi als garnering. Ook bekend om de medicinale werking.
Dille (Anethum graveolens)
Een eenjarige plant uit de Schermbloemenfamilie met groengele bloemschermen die veel insecten trekken. Dille heeft een verfijnde anijsachtige smaak, rijk aan vitamine C. Gedroogd zaad kun je gebruiken bij het wekken of om azijn te aromatiseren. Medicinaal is thee van dillezaadjes bekend omdat het de nachtrust bevordert.
Driekleurig viooltje (Viola tricolor)
Dit eenjarige plantje uit de Viooltjesfamilie zaait zich gemakkelijk uit. De bloemetjes zijn eetbaar en dienen als versiering in salades, op toetjes en taarten. Dodoens was de eerste die de medische toepassing beschreef. Ook bekend is de kalmerende werking op de huid.




Dropplant (Agastache foeniculum rugosa)
Deze plant uit de Lipbloemenfamilie heeft mooie blauw-lila bloempjes die lekker smaken in salades. De geur van de bladeren doet aan drop denken. Ze smaken naar anijs; je kunt er thee van zetten. De plant trekt veel bijen en vlinders aan.
Dubbelloofvaren (Blechnum spicant)
Een vaste plant uit de Dubbellooffamilie. De naam slaat op de twee soorten bladeren: vruchtbare en onvruchtbare. Deze laatste blijven in de winter groen. De plant vormt geen bloemen, maar sporen. Bij Dodoens te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. Hij gebruikte de kracht van de bladeren om wonden te helen en ontsteking ervan te voorkomen.
Duifkruid (Scabiosa columbaria)
Deze vaste plant uit de Kamperfoeliefamilie met lila of witte bloemen trekt bijen en vlinders aan. Duifkruid is ook bekend als schurftkruid: dit verwijst naar de voormalige toepassing als medicijn tegen de pest, waterzucht en allerlei huidziekten.
Duizendblad (Achillea millefoloium)
In de 17e eeuw was deze plant uit de Composietenfamilie een populaire groente. De jonge bladeren werden als spinazie klaargemaakt of in de soep gedaan. Ook bekend om medicinale toepassing, als etherische olie en als verfkruid. Dodoens deelde deze plant in bij ‘kruiden zonder nader verband’.




E
Echte guldenroede (Solidago virgaurea)
Echte guldenroede is de enige inheemse soort en steeds zeldzamer. De bijnaam wondkruid voor deze plant uit de Composietenfamilie verwijst naar het oeroude gebruik bij allerlei wonden en zweren. Het blad smaakt pittig en is vóór de bloei geschikt voor thee, salades en in soep. De plant levert goud-gele kleurstof.
Echte kamille (Matricaria chamomilla)
Eenjarige plant uit de Composietenfamilie met bloemhoofdjes die tijdens de bloei sterk omhoog groeien. De Latijnse naam verwijst naar (baar)moeder en zorg. Bekend om kamillethee (niet te lang achter elkaar gebruiken) en medicinale toepassing, vooral bij vrouwenziekten. In shampoo geeft kamille blond haar een lichte glans.
Echte salie (Salvia officinalis)
Echte salie hoort bij de ‘geurende planten’ volgens Dodoens. De dikke grijze bladeren van dit kruid uit de Lipbloemenfamilie zijn sterk aromatisch. Bekend uit de mediterrane keuken en om medicinale toepassing. Vroeger dronk men saliemelk als rustgevende drank; denk aan Jan Salie. Bij hogere concentraties is salie giftig bij inname.
Echte valeriaan (Valeriana officinalis)
Een vaste plant uit de Kamperfoeliefamilie met witte tot roze bloemen. Bij Dodoens te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. De kalmerende werking is bekend, maar bij zwangerschap en borstvoeding is gebruik niet wenselijk. In de 16e eeuw ook gebruikt als parfum.




Esparcette (Onybrychis viciifolia)
Een plant uit de Vlinderbloemenfamilie, al sinds de 16e eeuw in Nederland verbouwd als voedergewas met hoogwaardige eiwitten. Deze drachtplant is een rijke nectarbron voor bijen en andere insecten. Ook gebruikt als groenbemesting, zorgt voor voeding in de grond. Bij Dodoens staat deze plant bij de ‘koren, groenten en distels’.

F
Framboos (Rubus idaeus)
Een winterharde struik uit de Rozenfamilie, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. Hij beval de framboos aan tegen oogziekten. De zomerframboos (meeker) geeft vruchten in juni en juli; de winterframboos (heritag) in augustus en september. Frambozen kun je vers eten of verwerkt in jam, als vruchten op siroop, in bavarois, sap, puree en saus. De vrucht bevat veel vitamine C.
Franse dragon (Artemisia dracunculus)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Composietenfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. De blaadjes zijn zoet en aromatisch met een peperachtige, anijsachtige smaak. Verse toppen zijn geschikt voor thee. De etherische olie is bekend om medicinale toepassing.


G
Gagel (Myrica Gale)
Een winterharde struik uit de Gagelfamilie, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. De struik bloeit in mei, juni met goudkleurige katjes. De gele bloemknoppen zijn geschikt als gele verfstof. Vroeger beschouwd als medicinale of toverplant. De plant is niet eetbaar, maar het blad werd wel toegepast bij enkele speciaalbieren.
Geel walstro (Galium verum)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Sterbladigenfamilie bij de ‘koren, groenten en distels’. Deze waardplant is bekend als wiegenstro. Alle delen zijn bruikbaar: in de keuken, medicinaal, cosmetisch en als kleurstof. Vroeger als een wondermiddel beschouwd. Bij groot verbruik echter oppassen omdat de plant schade aan lever en nieren kan veroorzaken.
Gele affodil (Asphodeline lutea)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Jonkerleliefamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Een meerjarig kruid met grijs-groen blad, ook in de winter. De Grieken aten de wortels. Ze hebben een zachte, ietwat nootachtige smaak. De bloemen trekken bijen en hommels aan.
Gele dovenetel (Lamiastrum galeobdolon)
Geliefd als stinsenplant uit de Lipbloemenfamilie, een ideale bodembedekker. De verse bloeiende toppen zijn eetbaar en hebben een sterke honingsmaak. Dodoens deelde deze plant in bij ‘kruiden zonder nader verband’. Ook bekend om medicinale toepassing.




Gele kamille (Anthemis tinctoria)
Een meerjarige plant uit de Composietenfamilie waarvan de bloemen een heldere gele of olijfkleurige verfstof leveren. De bloemhoofdjes zijn geschikt als theekruid en de olie uit de plant heeft een geneeskrachtige werking.
Gele kornoelje (Cornus mas)
Een breed uitgroeiende struik uit de Kornoeljefamilie, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. De bloei is eind van de winter. Daarna vormen zich rode steenvruchten. Die zijn eetbaar, heel wrang van smaak, wel geschikt voor compote. In de middeleeuwen gebruikte men de bessen als geneesmiddel.
Gele morgenster (Tragopogon pratensis)
De grasachtige bladeren en gele lintbloemen van deze plant uit de Composietenfamilie sluiten zich tegen de middag. Na de bloei vormt zich een nootje met gesteeld vruchtpluis. Deze pluizenbol sluit zich bij bewolkt en regenachtig weer. Volgens de indeling van Dodoens behorende bij ‘geurende planten’.
Gevlekt longkruid (Pulmonaria officinalis)
Deze vaste plant uit de Ruwbladigenfamilie bloeit vroeg in het voorjaar, eerst met roodachtige bloemen die later verkleuren naar paarsachtig blauw. De bloemen zijn decoratief en met een frisse komkommersmaak eetbaar in salades en soepen. De plant komt voor als stinsen- en tuinplant. Vroeger werd de plant gebruikt als geneesmiddel voor de longen.




Gewone ossentong (Anchusa officinalis)
Een tweejarige plant uit de Ruwbladigenfamilie, in trek bij insecten vanwege de nectar. De wortel is geschikt voor medicinale toepassing. Dodoens deelde deze plant in bij ‘kruiden zonder nader verband’. Oppassen voor de beharing; die kan de huid irriteren.
Gewone rolklaver (Lotus corniculatus)
Dodoens deelde deze plant uit de Vlinderbloemenfamilie in bij de ‘koren, groenten en distels’; hij zag geen medicinaal nut van de plant. Later wel toepassing in de fytotherapie, maar oppassen voor de plantengifstoffen. Het is een waardplant en voor solitaire bijen een drachtplant. De soort draagt bij aan de verbetering van de bodem. Voor het vee een belangrijke voedselplant met invloed op de smaak van de melk. De bloempjes en knoppen zijn geschikt als garnering.
Gewoon barbarakruid (Barbarea vulgaris)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Kruisbloemfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Een meerjarige plant die zichzelf uitzaait. Het blad is eetbaar. Je kunt het tot laat in de winter oogsten; daarom ook wel de naam winterkers. De smaak is scherp kruidig.
Goudsbloem (Calendula officinalis)
Volgens de indeling van Dodoens behoort deze ‘kroningsbloem’ of ‘oranjebloem’ bij ‘geurende planten’. De eenjarige plant uit de Composietenfamilie met oranje, soms gele, bloemen levert een mooie kleurstof. Geschikt voor medicinaal en cosmetisch gebruik in zalf en tinctuur. En de olie als bindmiddel in verven en lakken en als verfverdunner. De jonge bladeren en bloemen zijn eetbaar.




Griekse alant (Inula Helenium)
Een vaste plant uit de Composietenfamilie, tot wel 2 m hoog. Bij Dodoens te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. De wortel van de plant bevat verschillende stoffen met een medicinale werking. En een blauwe kleurstof, vandaar dat Griekse alant vroeger als verfstof werd gekweekt. De grote gele schijfbloemen zijn eetbaar. De plant trekt vlinders, bijen en hommels aan.
Groot kaasjeskruid (Malva sylvestris)
Groot kaasjeskruid uit de Kaasjeskruidfamilie wordt 80-150 cm hoog. De roze of paars-roze bloemen zijn favoriet bij insecten. De bloemen en het blad zijn eetbaar; het blad kun je bereiden zoals spinazie. Het smaakt nootachtig. Ook bekend om gebruik in de kruidengeneeskunde. Bij Dodoens staat deze plant bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’.
Grote kaardebol (Dipsacus fullonum)
Een vaste plant uit de Kamperfoeliefamilie, tot wel 2 m hoog. De grote kaardebol heeft een langgerecht hoofdje dat vanuit het midden een ring vormt met lila bloemen die zich naar boven en onderen uitbreiden. De plant produceert veel nectar en trekt bijen en hommels. De zaadbollen zijn heel decoratief en een voedselbron voor vogels, zoals putters. Bekend om medicinale toepassing en het ‘kaarden’: ruwen van wol. Hiervoor is alleen de weverskaarde geschikt.
Grote pimpernel (Sanguisorba officinalis)
Deze vaste plant uit de Rosaseaefamilie is een waardplant voor de vlinder Pimpernelblauwtje. De wortelstok werd eeuwenlang gebruikt als bloedstelpend middel en bij huidproblemen. Als thee is het blad bekend om zijn medicinale toepassing, zoals bij diarree en ontsteking in de mond en keel. Het blad is ook bruikbaar als voorjaarsgroente.




H
Havikskruid (Hieracium aurantiacum)
Bij Dodoens staat deze vaste plant uit de Composietenfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. De oranje bloemen zijn vers of gekookt te gebruiken in salades of soepen. Het sap van de plant zou goed zijn voor de ogen; het zou een scherper zicht geven zoals van een havik. De plant trekt verschillende soorten vlinders aan.
Heemst (Althea officinalis)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Kaasjeskruidfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Een vaste plant met bleekroze bloemen, tot wel 2 m hoog. De bladeren zijn gekookt eetbaar, de bloemen rauw. De wortel is bekend om medicinale toepassing in hoestdrank.
Hemelsleutel (Hylotelephium telephium)
Hemelsleutel is een winterharde sedumsoort uit de Vetplantenfamilie die met paarsrode bloemen bloeit. De gekneusde bladeren dienen als wondkruid. Ook bekend om andere medicinale werkingen.
Hondsdraf (Glechoma hederacea)
Bij Dodoens staat dit overblijvend kruid uit de Lipbloemenfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Verse Hondsdraf is in thee te gebruiken; de smaak is tussen groentenat en munt. In het voorjaar kunnen de verse blaadjes in een salade. Ook bekend om medicinale toepassing. Hondsdraf trekt solitaire bijen aan.




Hysop (Hyssopus officinalis)
Dit kruid uit de Lipbloemigenfamilie hoort bij de ‘geurende planten’ volgens Dodoens. Het trekt veel bijen en houdt slakken op afstand. Het heeft een licht bittere, muntachtige smaak; stengeltoppen met mate te gebruiken in verschillende gerechten. De bloemen zijn geschikt voor salades of in potpouri. Ook bekend om medicinaal gebruik, maar met grote voorzichtigheid, net als de olie bij aromatherapie.

I
J
Jacobsladder (Polemonium reptans)
Bij Dodoens is jacobsladder te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. Vroeger bekend onder de naam ‘Griekse valeriaan’ en beschouwd als geneesmiddel tegen vele ziektes. Het is een vaste plant met varenachtig blad en dichte trossen violetblauwe bloemen uit de Vlambloemfamilie.
Jeneverbes (Juniperis communis)
Een conifeer uit de Cipresfamilie, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. De boom bloeit in april, daarna vormen zich bessen. Te gebruiken bij de bereiding van wild, zuurkool en voor het aromatiseren van diverse sterke dranken. Bekend is de medicinale en cosmetische toepassing van de etherische olie uit de bessen en de naalden.


K
Kaasjeskruid (Althea officinalis)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Kaasjeskruidfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Een vaste plant met bleekroze bloemen, tot wel 2 m hoog. De bladeren zijn gekookt eetbaar, de bloemen rauw. De wortel is bekend om medicinale toepassing in hoestdrank.
Kardoen (Cynara cardunculus)
Bij Dodoens staat deze vaste plant bij de ‘koren, groenten en distels’. Een vergeten groente uit de Composietenfamilie die verwant is aan de artisjok. De bloemknoppen en bladeren hebben een bittere smaak maar ook een beetje zoet. Bekend om medicinale toepassing en als snijbloem.
Karwij (Carum cavi)
Karwij of kummel behoort tot de Schermbloemenfamilie. Het blad is eetbaar in salades en soepen. De zaden met een anijsachtige, zoete smaak kun je gebruiken in brood, zuurkool, kaas en gebak. Karwij is ook bekend om de medicinale werking.
Kerriekruid (Helichrysum italicum)
Een vaste plant uit de Composietenfamilie met grijs-zilveren bladeren. De geurende gele bloemen ruiken naar kerrie. De takjes en bladeren zijn zowel vers als gedroogd te gebruiken in diverse gerechten. Ook bekend om medicinaal gebruik.




Kleine maagdenpalm (Vinca minor)
Deze altijd groene plant uit de Maagdenpalmfamilie trekt hommels aan. De blauwe bloem is eetbaar, maar de rest is giftig. Bekend om medicinale toepassing. Dodoens deelde deze plant in bij ‘kruiden zonder nader verband’.
Kluwenklokje (Campanula glomerata)
Een grijsviltig behaarde plant uit de Klokjesfamilie met een blauwpaarse bloemkroon. Het is een waardplant voor diverse vlinders. Volgens de indeling van Dodoens behorende bij ‘geurende planten’, die hij ook ‘bevallig voor het oog’ noemde.
Knopig helmkruid (Scrophularia nodusa)
Een vaste plant uit de Helmkruidfamilie met roodbruine tot groengele bloemen die insecten aantrekken. Vroeger bekend als kroepkruid om de werking bij hals- en klierziekten en lymfeklierzwellingen. Ook bekend om de bloedzuiverende werking en bij huidklachten.
Komkommerkruid (Borage officinalis)
Komkommerkruid of bernagie is een eenjarige plant uit de Ruwbladigenfamilie die zich makkelijk uitzaait. De felblauwe bloemen met een wit hart zijn eetbaar, evenals de bladeren die geuren en smaken naar komkommer. Ook bekend om de geneeskrachtige werking in combinatie met honing bij hoest. Het kruid werkt ontspannend.




Kruipend zenegroen (Ajuga reptans)
Deze vaste plant uit de Lipbloemenfamilie kan dienen als gewasbescherming tegen insectenvraat. In sommige landen ook gebruikt als veevoeder. En bekend om medicinale toepassing. Dodoens deelde deze plant in bij ‘kruiden zonder nader verband’.
Kruiptijm (Thymus serpyllum)
Een kruidig geurende bodembedekker, ook wel wilde tijm genoemd, uit de Lipbloemenfamilie. Verse blaadjes en bloemetjes geven smaak en kleur aan salades. Gedroogd zijn de blaadjes lekker in kruidenzout of als thee. In de volksgeneeskunde is tijm bekend bij problemen met de luchtwegen en spijsvertering. Kruiptijm lokt bijen en vlinders.
Kruisbes (Ribes uva-crispa)
Een struik uit de Ribesfamilie, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. Na de bloei geeft de plant vruchten die te gebruiken zijn in desserts en gebak. Of voor het inmaken van jam en gelei.
Kruisbladgentiaan (Gentiana cruciata)
Een vaste plant uit de Gentiaanfamilie. Bij Dodoens is deze plant te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. Vroeger bekend om medicinale toepassing, tegenwoordig om gebruik in Beerenburg. Gentiaansoorten staan er om bekend dat ze heel bitter smaken. De plant is wettelijk beschermd; konijnen zijn dol op de knoppen.




Krulpeterselie (Petroselium crispum)
Een tweejarige plant uit de Schermbloemenfamilie. Krulpeterselie gebruik je als garnering bij gerechten. Niet laten meekoken, dan verliest het zijn smaak en goede eigenschappen. Het bevat veel vitaminen en mineralen. Medicinaal, in de vorm van kruidenthee, bekend om de antibacteriële werking. En cosmetisch als geurstof in parfums. De etherische olie is huidverzorgend en werkzaam bij haaruitval en huidvlekken.

L
Laurier (Laurus nobilis)
Een struik uit de Laurierfamilie, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. Oudere planten geven zwarte bessen. De keukenlaurier is bekend om het gebruik van de bladeren: in stoofpotten, soepen, bij het inlegggen en in een kruidentuiltje.
Lavas (Levisticum officinale)
Een kruid uit de Schermbloemenfamilie, ook bekend als maggiplant om de geur van het maggi-aroma. De bladeren en zaden dienen als smaakversterker; ze hebben een selderij-achtige smaak. Ook bekend om verschillende geneeskrachtige werkingen, bijvoorbeeld in de vorm van lavasthee. Deze vaste plant kan meer dan 2 m hoog worden.
Lavendel (Lavendula angustifolia)
Een dwergstruik uit de Lipbloemenfamilie. Bekend om medicinale toepassing en als geurstof in zeep, parfum, lavendelzakjes, potpouri’s en bij aromatherapie. Volgens de indeling van Dodoens behorende bij ‘geurende planten’. De bloemen trekken vooral hommels en koolwitjes. Ze zijn geschikt voor kruidenmix, thee, stroop en honing.
Lievevrouwenbedstro (Galium odoratum)
Een kruid uit de Sterbladigenfamilie, waarvan het gedroogde blad sterk geurt. Vroeger in gebruik als strooikruid in slaapkamers en linnenkasten, om wijn smaak te geven en als afweerkruid tegen ziektes. Bij medicinale toepassing en in de keuken oppassen omdat te hoge dosering schadelijk kan zijn. Bij Dodoens staat deze plant bij de ‘koren, groenten en distels’.




Lupine (Lupinus polyphyllus)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Vlinderbloemenfamilie bij de ‘koren, groenten en distels’. De plant trekt bijen, hommels en vlinders aan. Alleen speciaal veredelde rassen leveren lupinemeel, in de voedselindustrie gebruikt als alternatief voor soja. De tuinplant is niet eetbaar door de bitterstoffen die giftig zijn.

M
Malrove (Marrubium vulgare)
Deze vaste plant met witte bloemen behoort tot de Lipbloemenfamilie is zeer zeldzaam. De oude Egyptenaren gebruikten malrove om de medicinale werking tegen luchtwegaandoeningen. Naast gebruik in hoestdrank en hoestbonbons is malrove ook bekend als middel om de spijsvertering te bevorderen.
Mansoor (Asarum Europaeum)
Mansoor uit de Pijpbloemfamilie heeft bloemen met een onaangename geur, die vliegen trekken. Bij Dodoens is deze plant te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. De plant is giftig en daarom tegenwoordig niet meer in gebruik voor medicinale toepassing.
Margriet (Leucanthemum vulgare)
Deze vaste plant uit de Composietenfamilie heeft een bloem met een geel hart, omkranst door witte straalbloemen. De naam margriet voert via het Oudgriekse margarites terug naar het Babylonisch en betekent ‘parel’. Hoort bij de ‘geurende planten’ volgens Dodoens.
Mariadistel (Silybum marianum)
De mariadistel, ook wel bonte of melkdistel, is sinds 1970 een van de meest onderzochte medicinale planten waarvan de leverbescherming duidelijk is aangetoond. Deze een- of tweejarige plant uit de familie Carduus marianus heeft groen blad met stekelige randen en purperen bloemen.




Marokkaanse munt (Mentha spicata Maroccan)
Deze meerjarige plant uit de Lipbloemenfamilie is een bekende muntsoort voor thee, maar ook in stoofschotels, salades en als garnering. Medicinaal bekend om de gunstige werking op frisse adem en de luchtwegen. En cosmetisch bekend om de geurende stof menthol in tandpasta en mondwater.
Meiraap (Brassica rapa)
Deze plant is niet winterhard; de naam meiraap duidt op de teelt in het voorjaar. De knol vormt zich boven in de penwortel en in de stengel onder de laagste bladeren, en is daarmee iets tussen wortelknol en stengelknol in. Deze ‘vergeten groente’ heeft naast meiraap nog meer namen: knolraap, meiknolletje, consumptieraap, herfstknol, herfstraap, tol, knol, of raap. Je kunt de knol vers eten, bijvoorbeeld in salades.
Mierikswortel (Armoracia rusticana)
Deze vaste plant uit de Kruisbloemenfamilie heeft helder groene bladeren en witte bloemen. De wortel is een (scherpe) smaakmaker, geraspt lekker in een saus of in dunne plakjes in witte wijnazijn. Mierikswortel is ook bekend om divers medicinaal gebruik.
Moederkruid (Tanacetum parthenium)
Een vaste plant uit de Composietenfamilie die op kamille lijkt, maar met een breder blad. Moederkruid is niet geschikt voor thee; het smaakt bitter en ruikt onaangenaam. Dodoens deelde deze plant in bij ‘kruiden zonder nader verband’. Bekend om medicinale toepassing voor vrouwenkwaaltjes.




N
O
Olijfkruid (Santolina viridis)
Een winterharde struik uit de Composietenfamilie met fris groen blad en kleine gele bloemen. De stengels en bladeren smaken naar ingemaakte olijven. Gebruik in mediterrane gerechten en voor de inmaak.
Ooievaarsbek (Geranium endressi)
Van de familie Geraniaceae bestaan honderden hybriden. De Geranium endressi heeft kleine donderrode bloemen. De bladeren en bloemen zijn eetbaar. Het blad is geschikt voor een smakelijke, opwekkende thee, die in- en uitwendig lichaams-ontsmettend werkt en de bloedsomloop stimuleert. De planten zijn weerstandsverhogend. Naast deze medicinale werking is geraniumolie in bad of in een geurlamp rustgevend en opwekkend.
Oost-Indische kers (Tropaeolum majus)
Deze eenjarige kruipende of klimmende plant uit de Tropaeolaceaefamilie komt oorspronkelijk uit Zuid-Amerika, niet uit Oost-Indië. Het woord ‘kers’ verwijst naar de pittige smaak, zoals bij waterkers en tuinkers. De bladeren smaken peperig, lekker in een salade. De bloemen van deze plant zijn decoratief in gerechten. De vruchtjes kun je als kappertjes in azijn inmaken.
Oregano (Origanum vulgare of majorana)
Oregano, wilde of echte marjolein is een kruid uit de Lipbloemenfamilie, bekend om de Italiaanse en Griekse keuken. De smaak van het blad is kruidig en licht zoet. Hoort bij de ‘geurende planten’ volgens Dodoens. Cosmetisch gebruik in parfum en potpouri’s. De etherische olie is ook geschikt voor medicinale toepassing.




P
Pepermunt (Mentha piperita)
Het blad van deze vaste plant uit de Lipbloemenfamilie geeft een mentholgeur af. Dit frisse kruid is geschikt om in allerlei gerechten te gebruiken, in vers drinkwater of als kruidenthee. De olie uit de bladeren gebruikt men voor snoep. Medicinaal bekend om een heilzaam effect op de spijsvertering en om de ontsmettende werking.
Pijplook (Allium fistulosum)
Een vaste plant uit de Lookfamilie met kleine groen-gele bolletjes die bijen en hommels aantrekken. De pijpjes (stengels) geven een fijne uiensmaak. Ze zijn vers te gebruiken in salades en andere gerechten. De plant is ook bekend als grove bieslook.
Platte peterselie (Petroselium crispum – neapolitanum)
Een tweejarige plant uit de Schermbloemenfamilie. Platte peterselie heeft een fris, kruidige smaak en is lekker in allerlei gerechten. Het bevat veel vitaminen en mineralen. Niet laten meekoken, dan verliest het zijn smaak en goede eigenschappen. Medicinaal, in de vorm van kruidenthee, bekend om de antibacteriële werking.
Prikneus (Silene coronaria)
Een plant uit de Anjerfamilie die zichzelf uitzaait. De prikneus groeit vanuit een rozetvormige basis van zachte, wollige grijs-groene bladeren met lange stelen en magentakleurige bloemen. Hoort bij de ‘geurende planten’ volgens Dodoens, die hij ook ‘bevallig voor het oog’ noemde.




q
R
Rammenas (Raphanus sativus)
Een eetbare knol uit dezelfde plantenfamilie als mierikswortel en nauw verwant aan radijs, rettich en daikon. Deze ‘vergeten groente’ groeit vooral ondergronds en heeft een diepzwarte schil. Binnenin is de knol wit. Je oogst de knol voordat er een bloemstengel komt. De smaak is milder dan radijs, met iets bittere pittigheid. De pittigheid verdwijnt bij het garen, dan doet de smaak denken aan meiraapjes. Rammenas is ook bekend om de medicinale werking.
Rapunzelklokje (Campanula rapunculus)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Klokjesfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. In de middeleeuwen gebruikte men wortel en blad als rauwkostgroente. De smaak van de wortel lijkt op radijs, maar zoeter en zachter. Het blad smaakt neutraal. Vroeger had de plant als groente ook een medicinale toepassing.
Rode brem (Cytisus scoparius)
Een struik uit de Vlinderbloemenfamilie met rode bloemen in het voorjaar, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. In brem zit de stof cytosine, die helpt bij stoppen met roken. De plant is niet eetbaar.
Rode valeriaan (Centranthus ruber)
Deze vaste plant uit de Kamperfoeliefamilie met rode bloemen zaait zichzelf uit. In de keuken kun je het blad rauw of gekookt gebruiken. De wortel is geschikt voor soep. Let op dat je rode valeriaan niet verward met de Valeriana officinalis die in het Nederlands ook valeriaan heet.




Rode tuinmelde (Atriplex hortensis rubra)
Een eenjarige plant uit de Amarantenfamilie met bruinrode pluimen. Het jonge blad is eetbaar zoals spinazie. Dodoens beschreef de heilzame werking van deze plant, die nu vooral een ‘vergeten groente’ is.
Rode zonnehoed (Echinaceae purpurea)
Een vaste plant uit de Composietenfamilie die veel insecten trekt. De karmijnrode bloem geeft een groene verfkleur. Echinaceae is vooral bekend om de medicinale werking; ontstekingsremmend en weerstand verhogend. Maar oppassen bij onder andere overgevoeligheid voor de Composietenfamilie.
Roomse kervel (Myrrhis odorata)
Een vaste plant uit de Schermbloemenfamilie waarvan de bladeren een zoete smaak hebben. Het blad is het gehele jaar door eetbaar en lekker bij vis en in fruitsalades. Ook de bloemen (als decoratie), zaden, stengels en wortels zijn in de keuken toe te passen. Een maagbittertje op basis van roomse kervel is medicinaal bekend; het zou helpen bij klachten van de spijsvertering.
Rozemarijn (Rosmarinus officinalis)
Een dwergstruik uit de Lipbloemenfamilie, waarvan de zachte takjes een sterke smaak hebben. Geschikt bij de bereiding van diverse gerechten. De bloemetjes zijn bruikbaar in kruidenthee. Bekend om medicinale toepassing en veel gebruikt in cosmetische producten; goed voor de huid. Rozemarijn houdt insecten op afstand.




Russische dragon (Artemisia dracunculus)
Een vaste plant uit de Composietenfamilie met groenachtig-gele bloemen. Het blad en de bloemen hebben een minder sterke, wat bittere smaak dan de Franse dragon. Dragonthee van de verse toppen bevordert de eetlust en spijsvertering en is algemeen opwekkend.
Russische rabarber (Rheum palmatum)
Een vaste plant uit de Duizendknoopfamilie, ook bekend als Turkse of sierrabarber. Niet eetbaar zoals de tuinrabarber. Bekend om medicinale toepassing bij constipatie, werkt laxerend. De wortel levert haarverf voor een goudbruine tot lichtkastanje-bruine haarkleur.


S
Saffloer (Cartharus tinctorius)
Een eenjarige plant uit de Composietenfamilie, verwant aan o.a. de artisjok. Saffloer wordt al 4000 jaar verbouwd als verfstof, oliezaad en voor medicinaal gebruikt. De plant geeft met water een gele en met alcohol een rode kleurstof af. De olie, bloemen en meeldraden zijn bruikbaar in de keuken. De bloemblaadjes kennen een medicinale toepassing en de olie is hydraterend voor de huid.
Salie (Salvia officinalis)
Salie hoort bij de ‘geurende planten’ volgens Dodoens. De dikke grijze bladeren van dit kruid uit de Lipbloemenfamilie zijn sterk aromatisch. Bekend uit de mediterrane keuken en om medicinale toepassing. Vroeger dronk men saliemelk als rustgevende drank; denk aan Jan Salie. Bij hogere concentraties is salie giftig bij inname.
Selderij (Apium graveolens)
Er zijn verschillende soorten selderij in de Schermbloemenfamilie: snij- of bladselderij, bleekselderij en knolselderij. Van snijselderij gebruik je de bladeren en bladstelen, vergelijkbaar met peterselie, maar de smaak is sterker. Lekker in koude en warme gerechten. Het kruid verteert makkelijk, is vochtafdrijvend en kent ook andere medicinale toepassingen.
Sint-janskruid (Hypericum perforatum)
Een vaste plant uit de Hertshooifamilie die veel voorkomt in Nederland. Vroeger gebruikt om de duivel te verjagen. Gifig voor vee. Dodoens deelde deze plant in bij ‘kruiden zonder nader verband’. Bekend om medicinale toepassing maar oppassen: het kan de werkzaamheid van verschillende geneesmiddelen beïnvloeden. Ook bekend als verfplant.




Smalle weegbree (Plantago lanceolata)
Deze vaste plant uit de familie van de Lipbloemachtigen bloeit met aren en naar buiten uitstekende witte helmknoppen. Alle delen van de plant, wortel, blad en zaden, zijn bekend om diverse toepassingen in de keuken, cosmetisch en medicinaal. De plant levert goudkleurige en bruine verfstoffen.
Smeerwortel (Symphytum officinale)
Een vaste plant uit de Ruwbladigenfamilie, veel bezocht door hommels. Dodoens deelde deze plant in bij ‘kruiden zonder nader verband’. De bladkleur is groen-geel. Plantengifstoffen (PA’s) beschermen de plant tegen natuurlijke vijanden. Bekend om medicinale toepassing. Maar niet gebruiken in de keuken.
Snijbiet rainbow colors (Beta vulgaris var. Cycla)
Een ‘vergeten groente’ die smaakt naar spinazie. Snijbiet rainbow colors is een mix van kleurrijke, heerlijk smakende en gezonde soorten snijbiet met verschillende tinten groen in het blad en felgekleurde stengels en nerven in allerlei kleuren. Het blad van snijbiet, ook warmoes, bladmoes of snijmoes genoemd, kun je koken, wokken, stoven, stomen of in de oven bereiden net als spinazie of fijn gesneden toevoegen aan salades, soep en stamppot. De stengels kun je bereiden zoals asperges.
Stalkaars (Verbascum densiflorum)
Stalkaars, gele toorts of keizerskaars uit de Helmkruidfamilie vormt in het eerste jaar een rozet van bladeren en in het tweede jaar komen de bloemstengels. De plant trekt veel bijen aan. De bloemen en het blad zijn geschikt voor gebruik in de keuken, maar ook medicinaal en cosmetisch. Het kruid levert gele, oranje en bruine kleuren om textiel te verven.




Stokroos (Alcea rosea)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Kaasjeskruidfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Een tweejarige plant met zeer veel kleurvarianten. De bloemen trekken bijen en hommels aan. De Stokroos geeft splitvruchten met grote zaden.

T
Teunisbloem (Oenothera biennis)
Deze plant uit de Teunisbloemfamilie zaait zichzelf uit. Alle delen van de tweejarige plant zijn eetbaar: bloemknoppen, bloemen, jonge bladeren, zaden en ook de wortels (met de smaak van schorseneren). Olie en extracten van de teunisbloem kennen allerlei medicinale toepassingen.
Tijm (Thymus vulgaris)
Tijm is een vaste plant uit de Lipbloemenfamilie en hoort volgens Dodoens bij de ‘geurende planten’. Gedroogde bladeren hebben een nog sterker aroma dan de verse. Te gebruiken in kruidenmix, als thee, siroop en bij de bereiding van likeuren. Naast medische toepassing ook cosmetisch gebruik; in de zeepindustrie en als bad- en massageolie.
Tongvaren (Asplenium Scolopendrium)
Een sporenvormende plant uit de Streepvarenfamilie. Bij Dodoens is deze plant te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. Vroeger bekend van gebruik bij lever- en miltklachten. Gewervelde dieren eten nog maar weinig varens omdat de planten giftige stoffen bevatten.
Tormentil (Potentilla erecta)
Een bodembedekkend kruid uit de Rozenfamilie, waarvan de wortel rode verfstof levert. De wortel dient ook als voedsel of in de vorm van thee als medicijn. Dodoens beval de plant aan bij kiespijn en vergiftiging. Pas op, het medicinaal gebruik kan invloed hebben op geneesmiddelen.




U
V
Veldzuring (Rumex acetosa)
Een vaste plant uit de Duizendknoopfamilie met rood-groene pluimen als bloem. De blaadjes zijn eetbaar. Bekend om medicinale toepassing, maar voorzichtig met gebruik vanwege het oxaalzuur. Als verfkruid geeft veldzuring een groen-gele kleur.
Venkel (Foeniculum vulgare)
Een vaste plant uit de Schermbloemenfamilie, vaak meer dan 1,5 m hoog. Venkel hoort bij de ‘geurende planten’ volgens Dodoens. De draadvorminge vertakkingen van de bladeren zijn als kruid te gebruiken en de naar anijs smakende zaden als specerij. De zaden zijn al eeuwenlang bekend als geneeskrachtig in de vorm van venkelolie of -thee. Maar af te raden voor kinderen en vrouwen die borstvoeding geven.
Vijfdelig kaasjeskruid (Malva alcea)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Kaasjeskruidfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Een kruidachtige vaste plant met helderroze bloemen die in trek zijn bij honingbijen, hommels en vlinders. De zaden uit de splitvrucht kiemen in de herfst.
Vingerhoedskruid (Digitalis purpurea)
Alle delen van deze plant uit de Helmkruidfamilie zijn giftig. De bloemen waarschuwen krachtig door hun zeer bittere en scherpe smaak. Vroeger haalde men stoffen uit de bladeren voor medicinale toepassing. Dodoens deelde de plant in bij de ‘geurende planten’. Hommels kruipen in de bloemen voor de nectar. Ook wel bekend als ‘heksenkruid’ en als ingrediënt voor heksenzalf.




Vlakbladige kruisdistel (Eryngium planum)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Schermbloemenfamilie bij de ‘koren, groenten en distels’. Eryngium is afkomstig uit het Grieks en verwijst naar de genezing van ingewandsstoornissen. Ook wel gebruikt bij de behandeling van kinkhoest. De kogelronde amethist blauwe bloemen zijn bekend als snij- en droogbloemen. De plant trekt bijen en vlinders aan.
Vlier (Sambucus nigra)
Deze struik uit de Kamperfoeliefamilie kan uitgroeien tot een kleine boom; behoort bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’. Vroeger bekend als bescherming tegen kwade geesten en om de veelzijdige medicinale werking. Na de bloei met crèmekleurige schijnschermen vormen zich zwarte bessen. De bloesem is geschikt voor thee; de bessen voor vliersap of jam. En van beide kun je wijn maken. Rauwe bessen kun je beter niet eten, ze geven kramp.
Vrouwenmantel (Alchemilla mollis)
Een winterharde bodembedekker uit de Rozenfamilie, waavan de bladeren en bloemen eetbaar zijn. Medicinaal vooral bekend tegen vrouwenkwalen en als wondmiddel. De naam Alchemilla verwijst naar het gebruik van de plant door alchemisten. Zij verzamelden de druppels die op het blad liggen voor levenselixer. Het kruid wordt ook verwerkt in cosmetica en als verfstof voor een groene en geel-bruine kleur.



W
Wede (Isatis tinctoria)
Deze plant uit de Kruisbloemenfamilie met trosvormige kleine gele bloemetjes is vanaf de prehistorie bekend om zijn blauwe kleurstof. Eind van de 16e eeuw werd dit vervangen door indigo. In de oudheid werd wede ook medicinaal en cosmetisch toegepast voor het glad maken van de huid en tegen huidziekten.
Wijfjesvaren (Athyrium filix-femina)
Een vaste plant uit de Wijfjesvarenfamilie die sporen vormt. Bekend om medicinale toepassing van de stengel en jonge spruit. Bij Dodoens is deze plant te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’.
Wild kattenkruid (Nepeta cataria)
Een muntachtige vaste plant uit de Lipbloemenfamilie met wit-lila bloemen. Het kruid lijkt enigszins op echte valeriaan. In medische termen een nervivum; het ondersteunt de werking van het zenuwstelsel en heeft koortswerende eigenschappen.
Wilde bertram (Achillea ptarmica)
Een vaste plant uit de Composietenfamilie waarvan de bloem op kamille lijkt. Bloemen en bladeren zijn eetbaar. Bij Dodoens is deze plant te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. De wortel is bekend om verschillende medicinale toepassingen.




Wilde cichorei (Cichorium intybus)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Composietenfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Een overblijvend kruid met felblauwe bloemen, die eetbaar zijn. Gebruik van de jonge bladeren met een licht bittere smaak in salades en tijdens het Paasfeest bij gebraden lam. Bekend om het gebruik van de gemalen wortels als koffiesurrogaat. Ook bekend om gebruik in de fytotherapie en als haarbleekmiddel.
Wilde peen (Daucus carota)
Bij Dodoens staat deze plant uit de Schermbloemenfamilie bij de ‘kruiden, wortelen en vruchten’. Een tweejarig kruid met een specifieke geur bij aanraking. Na de bloei met witte schermbloemen ontstaat een opvallende, warrige bol bestaande uit zaden. De wortel en het zaad zijn rauw of gekookt eetbaar. Onze eetbare wortel stamt af van de wilde peen. Bij medicinale toepassing geldt een waarschuwing, vooral bij zwangerschap.
Winterbonenkruid of Bergbonenkruid (Satureja montana)
Deze halfheester uit de Lipbloemenfamilie hoort bij de ‘geurende planten’ volgens Dodoens. De hele plant is aromatisch; de smaak lijkt op tijm en rozemarijn. Eenjarig bonenkruid is iets milder dan bergbonenkruid. Beide soorten lokken bijen en vlinders. Het verse of gedroogde kruid maakt gerechten lichter verteerbaar. Het is ook bekend om medicinale en cosmetische toepassing.
Wolfsmelk (Euphorbia)
Een vaste plant met gele bloemen uit de Wolfsmelkfamilie, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. Als je de plant knipt of afbreekt, komt er wit sap vrij. Daaraan dankt de plant zijn naam. Het sap irriteert de huid.




Wollige munt (Mentha x rotundifolia)
Een vaste plant uit de Lipbloemenfamilie, waar bijen en vlinders op af komen. De viltige bladeren hebben een frisse, fruitige smaak. Geschikt voor kruidenthee, ice-tea en ter garnering. Bekend om toepassing bij misselijkheid, hoofdpijn en andere medische problemen.

X
Y
Z
Zachte acanthus (Acanthus mollis)
De zachte acanthus of stekelige berenklauw komt uit een plantenfamilie zonder Nederlandse benaming (Acanthaceae). De zachte acanthus is bekend om medicinale toepassing. Bij Dodoens staat deze vaste plant bij de ‘koren, groenten en distels’.
Zeepkruid (Saponaria officinalis)
Een vaste plant uit de Anjerfamilie met sterk geurende bloemtrossen die vlinders trekken. Zeepkruid is bekend om zijn waskracht en om wasgoed te bleken. Bij Dodoens te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. Gebruik van de wortel in de fytotherapie. Bij overdosering giftig.
Zeeuws knoopje (Astrantia major)
Een overblijvend kruid uit de Schermbloemenfamilie. Bij Dodoens is deze plant te vinden bij de ‘wortelen en medicinale planten’. De wortelstok wordt gebruikt als maagversterkend middel of om de eetlust op te wekken, maar is giftig bij overdosering.
Zwarte bes (Ribes nigrum Black)
Een struik uit de Ribesfamilie, die bij Dodoens tot de ‘houtachtigen’ behoort. Na de bloei geeft de plant vruchten die te gebruiken zijn als sap, likeur of taartvulling. Jong volwassen blad is geschikt voor thee.



