Boerenwormkruid (Tanacetum vulgare) is bekend onder allerlei volksnamen: pierenkruid, wormzaad, knoopjes, reinevaar of steenvarenkruid. Sommige namen voor deze sierlijke plant verwijzen naar de zachte, op varens lijkende donkergroene bladeren. Vandaar dat men dit kruid vroeger tot de varens rekende. De naam reinevaar komt van akkerzoomvaren. Dit kruid kwam vooral voor langs akkerranden. De bloemen bloeien geel, ze lijken op knoopjes en bloeien van juni tot oktober.
Het is een goede plant voor de composthoop vanwege het hoge gehalte aan kalium en andere mineralen.
Tanacetum komt van het Griekse athanasia dat ‘onsterfelijk’ betekent. Vroeger werd boerenwormkruid gebruikt bij de bereiding van dodenlakens en op lijken gesmeerd om ze te beschermen tegen wormen en maden. Die insectenwerende eigenschap komt ook terug in het gebruik van een bosje blad. Dat kun je in huis hangen om vliegen weg te houden en muizen en mieren. Het blad gebruikte men ook als strooikruid.
Boerenwormkruid ruikt sterk naar kamfer en citroen. Het was daarom ook een anti-heksenkruid dat bescherming bood tegen de duivel. Altijd handig om te weten in deze donkere dagen.