Geel walstro (Galium verum) ken je misschien onder de volksnamen echt walstro of wiegenstro. Deze winterharde bodembedekker bloeit met gele zoetgeurende stervormige bloemetjes die een pluim vormen. Walstro groeit vrij algemeen in de duingebieden. Allerlei insecten en vlinders, waaronder klein avondrood, bezoeken graag het walstro. In de Dodoens Cruydehof staat geel walstro in het perk met ‘koren, groenten en distels’.
Het Griekse woord ‘gala’ betekent melk. Vroeger werd geel walstro gebruikt om de melk te stremmen. Met de melk van tegenwoordig lukt dat niet meer.
De fijngemalen bloemetjes past men nog wel toe als kleurstof in kaas en boter, bijvoorbeeld in chester kaas. Dat is een Britse kaas, veel gebruikt als smeltkaas, niet te verwarren met cheddar. De Schotten gebruiken de plant nog als verfstof. Uit de wortel kan je de rode kleur halen en uit de bloemen de gele kleur.
‘Wal’ is een oud woord voor wieg. Een bosje geel walstro zou de baby beschermen. Een bosje walstro naast de voordeur en het raam kan ook geen kwaad. Heksen en boze geesten durven dan niet meer naar binnen. Matrassen vulde men vroeger gedeeltelijk met geel walstro omdat deze plant luizen zou doden en vlooien verdrijven. En het ruikt lekker; geurkussentjes bevorderen de slaap!