Weegbree is een wilde plant die vooral te vinden is op bouwland, braakliggend terrein, gazons en – zoals de naam al zegt – langs wegen en paden. Volksnamen zijn weegwortel, wijkerblad en konijneblad.
De smalle weegbree (Plantago lanceolata) is in Nederland meer algemeen dan de grote weegbree (Plantago major). De kleine groengele bloemetjes bloeien van april tot in het najaar. Weegbree is een zogenaamde tredplant. Dat betekent dat je erover heen kunt lopen zonder veel schade aan de planten; vandaar dat ze veel langs voetpaden groeien. Weegbree heeft vlezige bladeren die wel tegen een stootje kunnen. De Latijnse naam plantago ‘wat met de voetafdruk meekomt’ verwijst hier ook naar. Net als de naam weegbree: ‘wat zich aan de weg breed maakt’.
Van oorsprong groeide weegbree alleen in Europa maar door de ontdekkingsreizen door de eeuwen heen heeft de plant zich over de hele wereld verspreid. De Indianen in Amerika noemen weegbree ‘de voetstap van de blanke’.
Weegbree is een plant met allerlei toepassingen. Van oudsher al bekend om zijn geneeskrachtige werking, zo helpt het verse sap uit de bladeren tegen insectenbeten. Het blad een beetje kneuzen en op de beetplek leggen geeft al verlichting. Ook goed tegen brandnetel jeuk.
De wortel, het blad en de zaden kun je gebruiken in de keuken.
In het kruidenveld staat de smalle weegbree bij de verfplanten. De bladeren geven groene verf.